Hier de link naar het blog van beeldende vorming dat wij gemaakt hebben:
http://www.bv1jcreating.blogspot.com/
maandag 16 januari 2012
Waar sta ik met muziek?
De eerste les van het jaar kregen we als huiswerk mee om een stukje te schrijven waar we nu staan in de muziek, hieronder kan je dit lezen:
Muziek - ritme klappen
Op donderdag 24 november jl. deed ik met de klas een tussendoor-activiteit. De stoelen hadden we voor de pauze al in de kring gezet zodat we na de pauze direct kunnen beginnen. Toen de kinderen in de kring zaten en nog zaten te kletsen begon ik met een ritme te klappen, de kinderen keken me aan en werden stil. Het ritme was in mijn handen klappen, linkerbeen, rechterbeen. Nadat ik dit een klein minuutje aan het doen was zei ik tegen de kinderen dat ze met me mee mochten doen. Aan het begin ging het nog niet helemaal gelijk maar nadat ik het ritme iets verlaagd had ging het beter. Dit deden we een paar minuutjes door totdat we zere handen kregen. Toen legde ik de volgende opdracht uit, we gingen nu de hele kring rond en iedereen mocht een keer alleen het ritme klappen. Ik begon en nadat ik drie keer had geklapt wees ik naar degene naast me. Zo gingen we de hele kring rond, af en toe haperden het ritme wat maar over het algemeen ging het heel goed. Toen iedereen geweest was deden we het ritme nog een paar keer met zijn allen.
Vervolgens legde ik de volgende opdracht uit. Wanneer je op je eigen rechter been klapte moest je je eigen naam zeggen, bij je linkerbeen mocht je een naam van iemand uit de klas zeggen. We gingen dit eerst allemaal door elkaar doen, ik begon en iedereen klapte mee. Toen ik het sein gaf ging iedereen eerst zijn eigen naam zeggen en daarna de naam van iemand anders uit de klas, aan het begin was dit erg moeilijk en vergaten veel kinderen te klappen. Ik stopte even en zei dat we het iets langzamer gaan doen, we deden het vervolgens nog een minuutje met een langzamer ritme. Hierna liet ik de kinderen even met hun handen zwaaien en bewegen, omdat ze een beetje zere handen kregen. Vervolgens vertelde ik dat we het nu gingen doen in de kring, eerst moest je weer je eigen naam zeggen, en daarna degene naast je. T. stelde een vraag over welke kant we op gingen, ik zei dat we met de klok mee gaan en daarna konden we gaan beginnen. We begonnen met het normale ritme, na dit een paar keer te hebben gedaan begon ik, klap, juf Tessa, J. zo gingen we de hele kring rond, het haperde af en toe wel wat, maar dan deden we het even opnieuw. Zo deden we twee rondjes door de kring. De kinderen vonden het erg leuk en deden enthiousiast mee. Tenslotte legde ik de laatste opdracht uit, Nu hoefde het niet meer de kring rond maar mocht je gewoon een willekeurig iemand uit de klas noemen. Iedereen moest dus heel goed opletten, de kinderen vonden dit heel leuk en wilden gelijk beginnen. Ik vertelde er nog bij dat je niet meer dan twee keer de zelfde persoon mocht noemen. Ik begon weer met klappen en na een paar keer het ritme te hebben geklapt begon ik: 'Juf Tessa, S.' zo gingen we een tijdje door. Na ongeveer vier minuutjes zei ik dat we nog één minuutje door zouden gaan en daarna gingen stoppen. Toen het tijd was vonden de kinderen het jammer, ze vonden het een leuk spelletje, en ook hebben ze geoefend met het klappen van een ritme.
Mijn mentor was onder deze les bezig met dingen klaarzetten voor de crea-middag, ze heeft hierdoor geen lesbegeleidingsformulier in kunnen vullen, wel kwam ze af en toe binnen en ze zei dat ze het een leuke activiteit vond en ik goed de leiding had erin.
Vervolgens legde ik de volgende opdracht uit. Wanneer je op je eigen rechter been klapte moest je je eigen naam zeggen, bij je linkerbeen mocht je een naam van iemand uit de klas zeggen. We gingen dit eerst allemaal door elkaar doen, ik begon en iedereen klapte mee. Toen ik het sein gaf ging iedereen eerst zijn eigen naam zeggen en daarna de naam van iemand anders uit de klas, aan het begin was dit erg moeilijk en vergaten veel kinderen te klappen. Ik stopte even en zei dat we het iets langzamer gaan doen, we deden het vervolgens nog een minuutje met een langzamer ritme. Hierna liet ik de kinderen even met hun handen zwaaien en bewegen, omdat ze een beetje zere handen kregen. Vervolgens vertelde ik dat we het nu gingen doen in de kring, eerst moest je weer je eigen naam zeggen, en daarna degene naast je. T. stelde een vraag over welke kant we op gingen, ik zei dat we met de klok mee gaan en daarna konden we gaan beginnen. We begonnen met het normale ritme, na dit een paar keer te hebben gedaan begon ik, klap, juf Tessa, J. zo gingen we de hele kring rond, het haperde af en toe wel wat, maar dan deden we het even opnieuw. Zo deden we twee rondjes door de kring. De kinderen vonden het erg leuk en deden enthiousiast mee. Tenslotte legde ik de laatste opdracht uit, Nu hoefde het niet meer de kring rond maar mocht je gewoon een willekeurig iemand uit de klas noemen. Iedereen moest dus heel goed opletten, de kinderen vonden dit heel leuk en wilden gelijk beginnen. Ik vertelde er nog bij dat je niet meer dan twee keer de zelfde persoon mocht noemen. Ik begon weer met klappen en na een paar keer het ritme te hebben geklapt begon ik: 'Juf Tessa, S.' zo gingen we een tijdje door. Na ongeveer vier minuutjes zei ik dat we nog één minuutje door zouden gaan en daarna gingen stoppen. Toen het tijd was vonden de kinderen het jammer, ze vonden het een leuk spelletje, en ook hebben ze geoefend met het klappen van een ritme.
Mijn mentor was onder deze les bezig met dingen klaarzetten voor de crea-middag, ze heeft hierdoor geen lesbegeleidingsformulier in kunnen vullen, wel kwam ze af en toe binnen en ze zei dat ze het een leuke activiteit vond en ik goed de leiding had erin.
zondag 15 januari 2012
Muziek, lied met Godsdienst
Godsdienst, lied 'k stel mijn vertrouwen
Mijn eerste 'iets' wat ik deed aan muziek met de klas was tijdens Godsdienst op 15 december jl.. Nadat ik het bijbelverhaal had verteld en we hadden gebeden gingen we een lied zingen. Ik had gekozen voor het lied: 'stel mijn vertrouwen'. Iedereen kon dit lied eigenlijk en ze hadden het wel is eerder gezongen in de klas. We zongen het eerst een keer met het lied van you-tube mee. Dit zodat de kinderen het zich weer herinnerde, ik wou het zelf niet voorzingen omdat ik hier nog onzeker over ben. Voordat we begonnen stimuleerde ik de kinderen om goed mee te zingen. Zelf gaf ik ook dit voorbeeld door enthousiast mee te zingen. Ik heb gekozen om alleen het eerste couplet met de kinderen te zingen, dit om het makkelijker voor mezelf, maar ook voor de kinderen te maken. Nadat we het gezamenlijk een keer mee hadden gezongen vanaf het digibord vertelde ik de kinderen dat we het gingen zingen in canon. Ik koos ervoor om de jongens tegen de meiden te laten zingen. Ik begon met de meiden, nadat deze de eerste twee regels hadden gezongen zocht ik contact met de jongens, deze moesten nu gaan invallen. Ik deed mijn arme omhoog en op het moment dat ze in moesten vallen gaf ik hen het sein. Ik zong verder ook met de jongens mee omdat deze in de minderheid waren. Nadat de meiden het lied twee keer hadden gezongen gaf ik hen een sein dat ze mochten stoppen, dit deed ik ook weer met mijn handen. Mijn armen deed ik steeds dichter naar elkaar toe en bij het woord 'nabij' waren ze tegen elkaar aan. De jongens zongen toen nog de laatste twee regels. Wanneer deze klaar waren maakte ik weer dezelfde gebaren zodat het stil werd. Toen het lied klaar was complimenteerde ik de kinderen dat ik het erg mooi vond.
Hieronder kan je de lesbegeleiding van mijn mentor lezen. Onderaan staat het stukje over het lied:
Hieronder kan je de lesbegeleiding van mijn mentor lezen. Onderaan staat het stukje over het lied:
Hieronder staat mijn lesvoorbereiding voor de opening van de dag:
Lesvoorbereiding
Naam
|
Tessa van der Neut
|
Groep
|
1J
|
ICO(Stagebegeleider)
|
Margret Boere
|
Praktijkschool
|
Immanuëlschool
|
Groep
|
6
|
Mentor
|
Suzanne Paulusma
|
Activiteit
|
Opening(Bijbelverhaal)
|
Datum
|
15 december 2011
|
Leerpunten student
|
1.
|
2.
|
3.
|
Verantwoording (waarom ga je dit doen)
Beginsituatie
Beschrijf wat de leerlingen al weten, of ze er wel eens mee te maken hebben, welke leerlingen problemen hebben met dit onderwerp of met de werkvorm, …
|
De kinderen mogen bijna elke dag vertellen. Gister was het woensdag, ’s middags hadden ze vrij dus veel kinderen hebben wat meegemaakt. Elke morgen bidt de juf, de kinderen mogen vaker iets inbrengen waarvoor ze willen bidden. De kinderen hebben eerder deze week al het Bijbelverhaal gehoord over Zacharias die naar de tempel gaat en daarna niet meer kan praten omdat hij niet direct geloofd. Ook hebben ze het verhaal al gehoord dat de engel bij Maria langskomt om te vertellen dat zwanger is en dat Maria op bezoek is geweest bij Elisabeth. Ik weet niet of ze al vaker een gezamenlijk stuk uit de bijbel hebben gelezen. Ook zingen ze vaker met elkaar liedjes vanaf youtube en af en toe mogen ze zelf liedjes noemen.
|
Doelstellingen
Wat moeten de leerlingen aan het einde van de les geleerd hebben? Formuleer je doelen SMART.
|
De kinderen hebben een fijn begin van de dag verhaald, hun belevingen verteld aan de klas en naar elkaar geluisterd. Aan het eind van de les kennen de kinderen het Bijbelverhaal over de geboorte van Johannes. Ook weten ze wat een lofzang is, en weten dat Zacharias er ook één zong. En god een plan heeft met Johannes wanneer hij groot heeft en Zacharias wil laten geloven. 0ok hebben we gezellig met elkaar gezongen.
|
Evaluatie
Benoem van elk doel hoe en wanneer je vaststelt of dit is behaald.
|
Wanneer de kinderen een ontspannen dagopening hebben gehad. En wanneer de kinderen aandachtig hebben zitten luisteren naar het verhaal en het de volgende les kunnen terugvertellen.
|
Werkwijze en middelen (hoe en waarmee ga je dit doen)
Didactische Werkvormen
Wat doe jij?
|
Ik vertel de kinderen een verhaal, lees een stuk met ze uit de bijbel, bid met de kinderen en zing met ze.
De kinderen vertellen Bijbelverhaal terug, luisteren, bidden mee, zingen
Powerpoint Bijbelverhaal, Leitje, youtube voor liedjes. Bijbeltekst.
Bijbeltekst
| ||
Leeractiviteiten
Wat doen de leerlingen?
| |||
Instructie-middelen
Welke middelen gebruik jij?
| |||
Leermiddelen
Welke middelen gebruiken de leerlingen?
|
Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte)
Vooraf
Wat moet klaarliggen? Waar kunnen leerlingen spullen zelf pakken?
|
Powerpoint staat aan, Bijbelteksten zijn uitgedeeld.
Nee
De Bijbelteksten mogen ze in hun map doen.
|
Tijdens
Moet de organisatie aangepast worden? Waar leggen de leerlingen hun product?
| |
Na afloop
Zorg een rustige overgang naar de volgende les. Wie ruimt wat op? Waar moeten leerlingen gaan zitten?
|
Lesopbouw
(wat ga je precies doen)
Keuze lesmodel
benoem hieronder in de eerste kolom
de fasen die horen bij het gekozen lesmodel |
Aanvullende vakdidactische eisen
·
|
DA
|
ADI
| ||||||||
1 Inleiding
2 Kern
3 Afsluiting
|
1 Terugblik
2 Oriëntatie
3 Uitleg
4 Begeleide inoefening
5 Zelfstandige verwerking
6 Evaluatie
continu: REFLECTIE
|
lesfase
|
tijd
|
activiteit
|
Vertellen
Bidden
Bijbelvertelling
Bijbellezing
zingen
|
10 minuten
2minuten
8minuten
5minuten
Tot 9 uur
|
Wanneer de kinderen allemaal op hun plek zitten wacht ik tot het stil is en wens de kinderen welkom. Ik vertel ze de planning voor vandaag en vertel daarna zelf iets. Daarna mogen de kinderen wat vertellen. Wanneer ze gaan praten wanneer iemand anders iets verteld eis ik het stil en zeg dat we anders niet door kunnen vertellen. Na ongeveer 10 minuten zeg ik dat er nog ongeveer 3kinderen mogen vertellen, dit zijn de laatste vingers.
Ik wil met de kinderen bidden, ik vraag wie er iets heeft waar we voor kunnen bidden, ongeveer 3 kinderen. Ik wacht tot iedereen eerbiedig zit en helemaal stil is en ga met ze bidden.
Ik vraag eerst wie er nog weet dat er iets is verteld over Zacharias en Elisabet. Geef iemand de beurt die het mag vertellen, herhaal dit nog een keer kort voor de andere kinderen. Daarna begin ik met het verhaal. Ik vertel overdreven voor mijn gevoel, loop wat rond en gebruik bewegingen. Ook vertel ik het vanuit de tegenwoordige tijd en de ik-persoon. Wanneer Zacharius de naam op het leitje schrijft doe ik net of ik ook schrijf en laat daarna het leitje zien, probeer ook te praten maar er komt niks uit en daarna lukt het opeens wel en kan ik weer praten.
Als ik klaar ben met het Bijbelverhaal vraag ik of iedereen het stukje tekst voor zich wil pakken. Zoals ik al heb verteld was Zacharias zo blij dat hij een tekst zong, dit is nu ook een gezang. Het is een Lofzang hij wil God loven. Deze tekst staat ook in de bijbel en die willen we met zijn allen lezen. Ik vraag kinderen omstebeurt een psalm te zingen. Wanneer we klaar zijn leg ik uit waarom ik 2 regels dik gedrukt heb. Dit is omdat Zacharias hier verteld hoe blij hij is met zijn zoon, en wat zijn zoon voor taak heeft, dat God een plan met hem had. Ik vraag ook wie weer wat Johannes betekent, dit staat in de tekst.
Ik wil het liedje ‘k stel mijn vertrouwen met de kinderen zingen. Eerst een keer op het digibord om het met de kinderen te herhalen. Vervolgens wil ik het in canon doen. De jongens tegen de meiden. Ik wil de meiden laten beginnen en de jongens mogen invallen. Ik zing met de jongens mee omdat die in de minderheid zijn.
|
Dramaactiviteit, kringspel.
Om kennis te maken met mijn klas deed ik met de kinderen een leuk spelletje. Het was niet echt een kennismakingsspelletje maar meer een energizer. Het spel wat ik deed heet: 'land, lucht, water en vuur.' Voor de pauze hadden alle kinderen de stoelen al in de kring gezet zodat we na de ochtendpauze direct konden beginnen. Toen iedereen op zijn stoel zat ging ik het spel uitleggen. De titel van het spel had ik op het bord gezet zodat de kinderen ook al vast een indruk hadden. Onder mijn uitleg had ik de volledige aandacht en luisterden iedereen aandachtig. Wanneer er kinderen uit enthiousiastme door de klas begonnen te praten wachtte ik heel even. De eerste ronde was een proef rondje, ik hiep de kinderen nog een beetje en we deden het iets langzamer, de kinderen hielpen ook elkaar nog. Daarna deden we voor het echtje. Iedereen was heel fanatiek en ik zelf deed ook gewoon mee. De kinderen vonden het een leuk spel en waren erg fanatiek. Nadat we dit ongeveer tien minuutjes hadden gedaan zei ik: Oké! K. is de laatste! Nadat die geweest was, vonden alle kinderen jammer dat het tijd was om te stoppen. Ook na de les kwamen ze naar me toe om tegen me te zeggen dat ze het een leuk spel vonden en of we het nog een keer gingen doen.
Omdat dit spel in de kring is, is het wel wat lastiger want verder zit deze klas niet zo vaak in de kring. Om het gewoon te doen wanneer ze in groepjes zitten is wat lastiger. Wel zou het een keer kunnen als het een feestdag is of een andere bijzondere dag.
De uitleg van het spel:
LAND LUCHT WATER VUUR
-uitleg: Kinderen zitten in een kring op stoelen. Eén kind staat in het midden. Degene die in het midden staat wijst een kind aan en zegt land, lucht, water of vuur. Bij land moet het aangewezen kind een dier op het land noemen, bij lucht een dier in de lucht, bij water een dier in het water. Hier krijgt het aangewezen kind tien tellen voor, bij te houden door de leerkracht. Wanneer het aangewezen kind na tien tellen nog steeds niets weet, moet hij in het midden en mag het kind dat in het midden stond gaan zitten. Bij vuur moten alle kinderen een andere plek zoeken. Dit mag niet een stoel zijn direct naast waar je net zat. Degene die in het midden stond probeert ook een stoel te bemachtigen.
Bij dit spel heb ik geen lesbegeleidingsformulier ingevuld, wel heb ik het spel van tevoren zelf al een keer gedaan op school, waardoor ik wist hoe het werkte. Ook heb ik het thuis het nog een keer goed doorgenomen en doordacht.
Omdat dit een kort spelletje was en de eerste les heeft mijn mentor hiervan geen lesbegeleidingsformulier ingevuld, wel gaf ze me een paar tips voor de volgende keer:
- Iets rustiger praten onder je uitleg.
- Wanneer kinderen onder jouw verhaal erdoorheen praten, ga er niet overheen proberen te komen maar wacht eventjes.
Omdat dit spel in de kring is, is het wel wat lastiger want verder zit deze klas niet zo vaak in de kring. Om het gewoon te doen wanneer ze in groepjes zitten is wat lastiger. Wel zou het een keer kunnen als het een feestdag is of een andere bijzondere dag.
De uitleg van het spel:
LAND LUCHT WATER VUUR
-uitleg: Kinderen zitten in een kring op stoelen. Eén kind staat in het midden. Degene die in het midden staat wijst een kind aan en zegt land, lucht, water of vuur. Bij land moet het aangewezen kind een dier op het land noemen, bij lucht een dier in de lucht, bij water een dier in het water. Hier krijgt het aangewezen kind tien tellen voor, bij te houden door de leerkracht. Wanneer het aangewezen kind na tien tellen nog steeds niets weet, moet hij in het midden en mag het kind dat in het midden stond gaan zitten. Bij vuur moten alle kinderen een andere plek zoeken. Dit mag niet een stoel zijn direct naast waar je net zat. Degene die in het midden stond probeert ook een stoel te bemachtigen.
Bij dit spel heb ik geen lesbegeleidingsformulier ingevuld, wel heb ik het spel van tevoren zelf al een keer gedaan op school, waardoor ik wist hoe het werkte. Ook heb ik het thuis het nog een keer goed doorgenomen en doordacht.
Omdat dit een kort spelletje was en de eerste les heeft mijn mentor hiervan geen lesbegeleidingsformulier ingevuld, wel gaf ze me een paar tips voor de volgende keer:
- Iets rustiger praten onder je uitleg.
- Wanneer kinderen onder jouw verhaal erdoorheen praten, ga er niet overheen proberen te komen maar wacht eventjes.
Muziek: videoclip
Videoclip 'the lion sleeps tonight'
Op 12 oktober 2011 jl. lieten wij in de klas onze videoclip zien op het liedje 'the lion sleeps tonight. Dit deed ik met de 5 andere uit de klas. Dit waren Jorien, Jolijn, Christa, Naomi en Eva. We kozen voor dit liedje omdat we het liedje allemaal al kende en we er direct leuke ideeën bij kregen. Het liedje namen we op voor de school bij een stukje groen. Ik speelde de leeuw en moest ongeveer 2 regels zelf zingen. Verder moest ik voorbij kruipen als een leeuw en een leeuw nadoen. We hebben dit liedje met veel lol en plezier gemaakt. Wel vond ik het moeilijk om het stukje solo te zingen. Dit vooral omdat ik bijna moest lachen, nu was het nog moeilijker om de juiste hoogte en maat aan te houden. Dit kreeg ik ook in het feedbackdocument te horen. Hier stond bij het stukje: 'Inzetten op de juiste toonhoogte: 'Tessa ging te snel'. Verder was het feedbackdocument erg positief, ze vonden ons erg creatief. We hebben zelf apenmaskers gemaakt, hierdoor heeft het voor de kinderen ook meer betekenis. Ook maakte we gebruik van een gitaar en een trommel. We hadden verschillende soorten omgeving, dit maakt het ook leuker en interessanter voor de kinderen. Met het opnemen maakten we gebruik van de camera op school. We verdeelden eerste wie wat ging zingen, daarna dachten we kort na over de vorm. Daarna begonnen we direct met het opnemen. Omdat we het niet direct konden terug kijken op de camera, filmden we alles direct twee keer. Zo konden we geen vergissingen en fouten maken zodat we uiteindelijk geen filmpje zouden hebben. Het in elkaar zetten van het filmpje kostte meer tijd dan we hadden gedacht. We hadden vooral veel moeite met het op de computer zetten van het filmpje. Nadat dit was gelukt zijn we snel begonnen met uitzoeken en aan elkaar plakken. Ik ben erg blij met het resultaat en vind dat het een leuk filmpje is geworden.
Hier de feedbackdocumenten van mijn medestudenten:
Hier de reflectie die ik over mezelf heb ingevuld:
Gekozen lied: Lion sleeps tonight Datum: 12/10/11
Deelnemers
1. Jolijn 4. Christa
2. Jorien 5. Naomi
3. Eva 6. Tessa
Verbeelding
muzikaal aspect
|
Zichtbaar door
|
Feedback
|
Klank
|
Gitaar en trommel
|
De gitaar zorgde voor veel klank.
|
Vorm
|
We wisselden af van omgeving, de ene keer in een boom, dan kruipend en dan op het gras.
|
Zorgde ervoor dat het interessant bleef.
|
Betekenis
|
Maskers zodat we echt op apen en leeuwen leken.
|
Geeft meer betekenis aan de kinderen.
|
Anders:
|
-
|
Eigen vaardigheid
Ik ben in staat:
|
Ja
|
Nee
|
Indien nee, hoe ga je zorgen dat je dit leert?
|
Op goede hoogte de toon over te nemen en het lied in te zetten
|
x
|
Vaker oefenen en terugluisteren of feedback vragen aan anderen.
| |
Melodieën correct te zingen
|
x
| ||
Verstaanbaar te zingen
|
x
| ||
In de maat te bewegen
|
x
| ||
Andere problemen:
|
Wat heb je over jezelf ontdekt wat betreft het vak muziek?
Ik vind muziek lastiger dan dat ik van tevoren dacht. Ik vind het moeilijk om op de goede hoogte in te zetten. Wel vind ik het erg leuk om met kinderen te doen.
Abonneren op:
Posts (Atom)